Waarom ik denk dat al 'mijn' eindexamenleerlingen kunnen slagen!
Het eindexamen Nederlands heb ik altijd een gedrocht gevonden, omdat simpelweg niet werd getoetst of de teksten echt begrepen werden. Voor het beantwoorden van de vragen was het kunnen aanwijzen van signaalwoorden en tekstverbanden en het kunnen invullen van een argumentatieschema voldoende. Natuurlijk moesten leerlingen door meer hoepeltjes springen, maar voor het maken van het CSE Nederlands volstond in de meeste gevallen een goed gevulde trukendoos. En dat is natuurlijk bizar!
Met het invoeren van nieuwe vraagtypen geeft het College van Toetsen en Examens gehoor aan de vraag van docenten Nederlands om meer reflecterende, evaluatieve en interpreterende dimensies van tekstbegrip te bevragen. Kortom, naast het op basis van de theorie verklaren van de teksten – want gelukkig wordt het examen niet meteen compleet overhoop gegooid – wordt met ingang van dit jaar ook diepgaander tekstbegrip gemeten.
Het echt leren begrijpen van teksten is altijd het belangrijkste uitgangspunt van mijn lessen geweest. Misschien wel omdat het eindexamen daarin zo tekortschoot. In de lessen lazen en bespraken we bijvoorbeeld een opiniërend stuk dat verscheen in De Groene Amsterdammer over het dalende leesvaardigheidsniveau in Nederland: wat maakt het stuk betrouwbaar? Wat is er precies aan de hand? Wat vind je daar dan van? Geldt dit ook voor jou? Zorgelijk of niet? Wat moeten we met deze informatie en wie moet iets met deze informatie?
Ook tijdens de voorbereiding op het schoolexamen spreekvaardigheid stond leesvaardigheid op deze manier centraal. Leerlingen spraken uiteindelijk vrij kort – maar in de meeste gevallen krachtig! – over slechts één actueel onderwerp dat hen aangreep, maar in de voorbereiding werden er meerdere nieuwsberichten en complexe opiniërende artikelen gelezen over uiteenlopende onderwerpen. Leuk, omdat ze zelf een onderwerp mochten kiezen; leerzaam, omdat ze zich moesten verdiepen in kwalitatief goede teksten die ook in een eindexamen kunnen verschijnen. Ze hebben leren reflecteren, evalueren en interpreteren.
Hoe het examen Nederlands er straks in mei precies uit gaat zien, weet natuurlijk niemand. De nieuwe vraagtypen zijn voor iedereen nieuw. Maar het lijkt er wel op dat mijn visie op leesvaardigheidsonderwijs nauw aansluit bij de nieuwe weg die het CvTE inslaat, want de afgelopen jaren heb ik de nieuwe vraagtypen kennelijk al geïmplementeerd in mijn lessen. Heb ik een vooruitziende blik? Of ben ik gewoon een vakidioot? Het is in ieder geval goed nieuws voor mijn oud-leerlingen; zij liggen op koers!
Achteroverleunen mogen ze nog niet, maar een voldoende halen voor het eindexamen Nederlands kunnen 'mijn' leerlingen met nog een examentraining in het vooruitzicht uiteindelijk allemaal.

Reactie plaatsen
Reacties